Mongolië

Geografie en Geschiedenis

Mongolië is, vergeleken met andere voormalige Sovjetrepublieken, een oase van democratische rust. Het ligt ingeklemd tussen China, Rusland, Korea en Kazakstan. Het is een van de hoogst gelegen landen ter wereld op 1580 meter boven zeespiegel en bijna 40 keer zo groot als Nederland. Met zijn slechts 2,6 miljoen inwoners, dus een zeer dun bevolkt land, waar doordat het toerisme nog maar net in opkomst is, het relatief nog erg ongerept is. Een vrij arm land. Veel zaken die bij ons de gewoonste zaak der wereld zijn, zo als bijvoorbeeld stromend water, zijn op veel locaties niet aanwezig.

foto: Sergei Novikov
In het midden en noorden liggen veel bergen, namelijk de Khangai bergen en de Mongoolse Altai bergen. Ten noordoosten van de hoofdstad Oelan Bator ligt de bergketen Khentti Nuruu, dat zijn de hoogste bergen in het oosten van het land. Ook zijn er veel meren met zoet of zout water. Ze worden met name gebruikt voor recreatie en kamperen. De meren lenen zich voor vissen, watersporten en zwemmen. Het meest populaire meer is de Khovsgol Nuur, een zoetwatermeer dat 2% van de wereldvoorraad bevat. Dit meer ligt in het noorden tegen de grens met Rusland aan.
Interessant op geografisch gebied zijn de vele grotten door heel Mongolië, zowel onder als boven de grond. Er zijn zelf rotstekeningen gevonden uit de oertijd.De meeste grotten liggen in het noorden maar zijn zelfs onder professionele begeleiding moeilijk te vinden.

 
De Mongolen hebben een gewelddadige geschiedenis en zijn in het verleden vaak overheerst door andere volken.Tot aan de 12de eeuw waren het allen maar veel, elkaar rivaliserende stammen. Maar onder de leiding van de bekende Djenghis Khan, die eenheid bracht onder de stammen, zijn zoon Ogedei en beruchte kleinzoon Khublai Khan, veroverde het Mongoolse volk in de 13de eeuw na Christus vele landen totdat Het Grote Mongoolse rijk alles besloeg tussen Hongarije en Korea, van het Baikalmeer in Rusland tot aan Java.
Djengis Khan zal volgens een legende terugkeren en de Mongolen opnieuw naar grootse prestaties leiden. Eind 17de eeuw stortte het rijk ineen en werden de Mongolen overheerst door de Chinezen. Dat duurde tot de val van de Qing dynastie in 1911.
De Mongoolse prinsen zagen hun kans en riepen de onafhankelijke staat “Buiten Mongolië” uit. De Russen en Chinezen erkennen deze staat echter niet.In 1921 nam een revolutionaire regering met steun uit de Russische hoek de macht over, waarna in 1924 ( na de dood van Lenin) de Volksrepubliek Mongolië werd uitgeroepen. Mongolië werd in 1961 lid van de Verenigde Naties.Tot aan 1992 waren Russische troepen gelegerd in Mongolië maar na de val van het communisme werd Mongolië een vrije republiek. Met het aannemen van een nieuwe grondwet in 1992 werd de 1ste stap op weg naar de democratie gezet.
Door zijn onafhankelijkheid vielen ook de materialis-tische en economische steun van Rusland weg in”92. Mongolië werd een arm land met veel problemen op economisch gebied en een relatief jonge regering moest toen het land uit het slop proberen te trekken. Dit begint langzaam aan op gang te komen. De toeristen vinden zoetjesaan hun weg naar Mongolië en de overgang van het communisme naar het kapitalisme begint ook zijn vruchten af te werpen.De eerste rijke Mongolen zijn al gesignaleerd. De Mongoolse economie drijft bijna geheel op de veehouderij en de agrarische sector terwijl in een enkel deel van Mongolië de mijnbouw overheerst.
Op de vlag staat een symbool, genaamd de Soyombo. Het is het teken van vrijheid en onafhankelijkheid van de Mongolen. De Soyombo kwam verschil-lende keren in de geschiedenis terug op de vlag. In de 17de eeuw en de jaren 1911 en 1912 werd het gebruikt. In 1924, tijdens het eerste debat van de nieuwe republiek Mongolië besloten ze het weer in de vlag te verwerken.
Het bovenste deel is een vlam en bestaat uit 3 delen, het heden, verleden en toekomst. De vlam zal wakkeren, wakkert en heeft gewakkerd. Het vuur staat ook voor welvaart. Daaronder staan de zon en de maan, die bestaan al eeuwenlang en vertegenwoordigen de lucht.
Onder de zon en maan staat een driehoek, dezelfde die ook onderaan staat. Deze symboliseren pijl en boog en zijn naar beneden gericht om aan te geven dat de vijand altijd wordt verslagen. De 2 rechthoeken stabiliseren de ronde vorm. Rond staat voor onstabiele levenslust en de rechthoeken moeten dat corrigeren zodat de Mongolen eerlijk en trouw blijven.
De ronde vorm lijkt veel op het Yin-Yang symbool. In Mongolie wordt dat uitgelegd als 2 vissen. Vissen doen nooit hun ogen dicht tijdens het slapen en zijn daarom altijd waakzaam. De ene staat voor de man en de andere voor de vrouw. Samen symboliseren ze de voortplanting. De twee rechthoeken staan voor standvastigheid en kracht.

klimaat, flora en fauna

Klimaat
Mongolië heeft een continentaal (woestijn) klimaat en kent daardoor pieken en dalen. In de winter kan het kwik in het koude noorden dalen tot min 50 en in de zomer kan het in het zuiden wel 40 graden  worden.Gemiddeld is de zomer in Mongolië ongeveer 15 graden. Het regenseizoen is in juli en augustus De beste maanden om er te reizen zijn mei, juni en september omdat het klimaat dan redelijk te verdragen is. In mei en juni stormt het echter wel vaak.
Flora en Fauna
Vergeleken met de westerse wereld is de milieuvervuiling niet zo erg. Dit komt omdat de meeste mensen een nomadisch bestaan voeren en een erg eenvoudig leven leiden. Bedreigingen voor het land zijn vooral de bosbranden in de zomer en verder mijnbouw en ontbossing. In de grote steden is wel sprake van luchtvervuiling, vooral op hete dagen kan er smog optreden ten zuiden van Oelan Bator
In Mongolië zijn globaal 3 soorten landschap te onderscheiden: bos, gras en woestijn. Meer als de helft van het land is gras dat wordt gebruikt om de kuddes schapen, geiten en yaks op te laten grazen. Een achtste bestaat uit bos, voornamelijk berken en naaldbomen en een derde bestaat uit woestijn. Maar dan geen zandvlaktes maar plantjeswoestijnen. De Gobiwoestijn beslaat een groot deel van het zuiden van Mongolië.
Om de natuur te beschermen zijn een groot deel van de unieke fauna nationale parken geworden. Het zijn er 26 en dit is ongeveer 8% van het totale land. De takhi of Przewalski, het enige paard wat nog in het wild leeft komt hier voor. Maar ook wolven, roofvogels, vossen, herten en rendieren. Vroeger woonden er nog veel meer wilde diersoorten in Mongolië. Wie goed zoekt kan in de Gobi woestijn in het zuidoosten botten, of misschien wel een heel geraamte, van een dinosaurus vinden.

Bevolking

Bijna alle Mongolen zijn van authentieke Mongoolse afkomst en vele van hen zijn nomaden.Ongeveer de helft van de bevolking leidt ook daadwerkelijk een nomadisch bestaan, wat betekend dat zij in Yurts, grote tenten wonen. Hierdoor zijn de meeste Mongolen harde werkers die met weinig tevreden.
Ze staan er om bekend dat ze erg gastvrij zijn en zonder problemen toeristen binnen laten kijken in hun leefomgeving om te laten zien hoe het nomadische bestaan er uit ziet. Wanneer een reiziger binnen in een yurt komt zijn er wel een aantal regels waar hij zich aan dient te houden.
Zo mag er in een yurt niet gefloten worden en mag men niet tegen de palen leunen die de tent steunen.
Wanneer de toerist op het punt staat om te vertrekken zal de Mongoolse familie hun geld geven terwijl ze zelf zeer arm zijn. Het is belangrijk om dit geld aan te nemen om de mensen niet te beledigen maar men kan dan na enkele minuten dit geld bijvoorbeeld cadeau geven aan de kinderen. Hiermee red je ieders gezicht want zo laat je niet merken dat je weet dat de gastheer het geld niet kan missen. De nomaden leven van hun kuddes.
Enkele stedelijke nomaden leven een meer westers bestaan.Zij wonen en werken in steden maar de banden met de natuur zijn (nog) niet verbroken, want de meeste trekken er in hun vrije tijd op uit, de natuur in.

Hoewel veel Mongolen een eenvoudig bestaan leiden, is hun kunst redelijk goed ontwikkeld. Met name oude volkskunsten zoals volksdansen en oude ambachten zijn nog altijd erg geliefd.
In Oelan Bator zijn bijvoorbeeld verrassend veel culturele voorstellingen in theaters. De Mongolen zingen graag en veel en dan vooral over de natuur.
Het Khoomi gezang, waarbij mannen diverse keelklanken voortbrengen die nergens anders op de wereld voorkomen, is uniek.
Traditionele Mongoolse muziek wordt vaak gemaakt met behulp een kleine trommel (Zo) en een grote trommel (Damar) die samen met een kleine viool (Morin Khur) en de luit (Tovshuur) gebruikt worden.