Nepal

Klimaat en landschap


Landschap
Nepal ligt in het overgangsgebied tussen Zuid- en Centraal-Azië Het land grenst in het westen, zuiden en oosten aan India en in het noorden aan Tibet (China)  Nepal is net zo groot als 3,5 maal Nederland. Dat is volgens Aziatische maatstaven klein. Maar ondanks dat heeft het land een verbijsterende diversiteit in landschap. Grofweg kunnen we stellen dat het noorden van Nepal in beslag wordt genomen door de hoge Himalays. Acht van de tien hoogste bergen ter wereld zijn daar te vinden, waaronder de Mount Everest ( 8848 meter). Ten zuiden van de Himalays bevindt zich een heuvellandschap met een paar grote valleien. Twee derde van de bevolking woont in dit gebied, voornamelijk in de Kathmanduvallei. Zuidelijk daarvan tot aan de Indiase grens ligt de Terai, een tropische laagvlakte. Hier liggen een aantal mooie natuurparken zoals het Park Chitwan en het Bardiya Park.

Klimaat
Nepal is een land waar je in 180 kilometer van noord naar zuid bijna alle klimaatzones passeert van een tropisch naar een poolklimaat. Het ligt op de 29e breedtegraad en dus op dezelfde hoogte als Florida, Cairo en Mexico. Daardoor heeft Nepal een prettig klimaat met zelfs op grotere hoogte aangename temperaturen. In de maanden oktober, november, april en mei is het volop lente in Nepal. Het is dan ook de mooiste tijd om er te zijn
In de bergen en valleien van de Voor- Himalaya heerst een gematigd klimaat, warme zomers en koele winters. In het hooggebergte is het behoorlijke koud en heersen alpine temperaturen onder het vriespunt.
De Terai is (sub)tropisch. Hete vochtige zomers met temperaturen die kunnen oplopen tot ca. 40 graden. De winters zijn zacht en droog en het wordt niet kouder dan 10 graden. De regentijd (moesson) is van juni tot oktober. De luchtvochtigheid is dan hoog en er vallen dagelijks fikse buien, maar elke dag schijnt de zon wel even.