Tibet

Landschap en klimaat


Landschap
Tibet is bijna net zo groot als West Europa en grenst aan India, Nepal, Sikkim, Bhutan, Myanmar (Birma) en China. De hoogste bergen van de wereld, waaronder de 8848 meter hoge Mount Everest, zijn hier te vinden. Het land ligt op een hoogvlakte en wordt omringd door enorme bergketens.
Het relatief vlakke gedeelte van het plateau in het noorden strekt zich van west naar oost uit over een lengte van meer dan 1300 kilometer, en heeft een gemiddelde hoogte van 4500 meter boven de zeespiegel. Centraal Tibet is het belangrijkste landbouwgebied en is van oudsher ook het politieke, religieuze en historische centrum. In het westen lopen een aantal rivieren, maar is verder een bar en ruig gebied. Het zuidoosten tenslotte loopt spectaculair af naar China en gaat over in een prachtig bebost gebied, dankzij de invloed van de Indiase moesson.
Met een gemiddelde hoogte van 4000 meter en grote delen boven de 5000 meter boven de zeespiegel wordt Tibet met recht 'het dak van de wereld' genoemd. Het valt dan ook moeilijk voor te stellen dat Tibet in een grijs verleden als zeebodem diende. Je moet dan ook niet raar staan te kijken als je zomaar langs de kant van de weg of op een berghelling fossielen van schelpen en andere zeedieren tegenkomt. Door het schuiven en botsen van de continenten is de zeebodem opgestuwd tot de hoge bergketens zoals we ze nu kennen.
De rivieren
Hoewel vele delen van Tibet een woestijnklimaat hebben en bijna het hele jaar zeer droog zijn, is Tibet voor de waterhuishouding in een groot deel van Azië van zeer groot belang. Hier ontspringen de zes grootste rivieren van Azië waaronder de Ganges en de Yangtse. Deze namen zullen jullie niet onbekend in de oren klinken. In Peking Express 2 hebben we genoeg van deze rivieren gezien. Dit jaar is het de beurt aan de Mekong, wiens loop ruwweg wordt gevolgd van zijn bron in Qinghai via Oost-Tibet, China, Laos, Cambodja en Thailand naar Vietnam.

Klimaat
Ongetwijfeld is Tibet één van de moeilijkste plaatsen voor de mens om te overleven. Door de extreme hoogte heeft Tibet een koud klimaat en wordt grotendeels bepaald door de gemiddelde hoogte van 4000 m en de uitzonderlijke ligging in de regenschaduw van de Himalaya.

De winters zijn zonnig en droog maar bitter koud, de zomers zijn het warmst maar de kans op bewolking en neerslag is dan merkbaar groter. In Tibet schijnt de zon erg fel. In de hoofdstad Lhasa zelfs zo intens, dat de stad de bijnaam Sunlight City heeft gekregen. Je ziet ook dat veel Tibetanen door de invloed van kou en zon van die gezellige rode wangen hebben.

`s Nacht kan het, ongeacht de tijd van het jaar, flink koud worden. Door de dunne atmosfeer ontstaan er grote temperatuursverschillen. De koudste maanden zijn december, januari en februari. De gemiddelde temperaturen schommelen tussen min 18 en 3 graden in januari en tussen 7 en 19 graden in juli. In juli en augustus valt het regenseizoen met korte maar hevige buien.