Reis mee met PE

Saigon, gelegen aan de Saigon-rivier heet sinds 1976 Ho-Chi-Minh-Stad naar de leider Ho Chi Minh die zich als eerste verzette tegen de koloniale overheersing in de jaren twintig en dertig. Maar ter plekke noemen de inwoners hun stad meestal nog Saigon. Het is een zeer drukbevolkte stad met ruim vijf miljoen inwoners. Werd het straatbeeld jaren geleden nog beheerst door fietsers, nu maken veelal scootertjes  de straten onveilig.


Oud en nieuw staat in deze stad broederlijk naast elkaar. Je ziet er veel moderne kantoorgebouwen en warenhuizen, maar gelukkig ook nog historische gebouwen uit de Franse tijd zoals het Hotel de Ville. Hier merk je duidelijk dat in Vietnam de economie stijgende is. Er heerst een grote bedrijvigheid, overal wordt gebouwd, overal wordt handel gedreven op de hoeken van de straten.

De meeste bezienswaardigheden liggen in het centrum van de stad. Je vindt daar Thong Nhat, het vroegere presidentiële paleis, de Chinese wijk Cholon met talrijke Chinese tempels en huizen. En niet te vergeten Cho Ben Thanh, de grootste overdekte markt van Saigon waar je terecht kunt voor voedsel. huishoudelijke spullen, kleding en juwelen, die overigens meestal van miserabele kwaliteit zijn. Een bezoek aan de Vinh Nghiem-pagode, de grootste pagode van de stad, is ook zeker de moeite waard.

De tunnels van Cu Chi
Op 35 km ten noordwesten van Saigon liggen de ondergrondse tunnels van Cu Chi, een indrukwekkend staaltje graafwerk. De Vietcong heeft tijdens de Vietnamoorlog dit tunnelnetwerk van ruim 250 kilometer aangelegd en het als hun basis ingericht. Commandoposten, veldhospitalen, wapenfabrieken, keukens, leslokalen en woonkwartieren, alles was aanwezig. Niet alleen verschuilde men zich hier, ook werden de tunnels gebruikt om de Amerikanen onverwachts aan te vallen. Er zijn destijds ook veel nepingangen en valkuilen gebouwd om de vijand te misleiden