Reis mee met PE

Yunnan, we kennen het gebied nog van Peking Express II. Toen reisden de kandidaten niet verder dan Kunming, de hoofdstad van deze provincie van China. Nu trekken de laatste 5 koppels westelijker langs de loop van de Mekong naar Dali en daarna door naar Dechen, het oude Shangri La (zo wordt beweerd.).

Grenzend aan Birma, Vietnam, Laos en Tibet maakt dat Yunnan een van de mooiste provincies is van China met in het westen de uitlopers van de Himalaya met pieken die de 5000 meters wel halen. In het oosten ligt de hoogvlakte Yunnan-Guizhou en in het zuiden is het enige tropische regenwoud in China te vinden. Van oorsprong was dit gebied niet Chinees. Er heersten koninkrijken, zoals het rijk Nanzhao van het Yi-volk. Dali was het centrum, maar de invloed strekte zich uit tot in Birma en Vietnam. In 937 maakte een Bai-vorst daar een eind aan en stichtte het Dali-rijk. Omdat het gebied aan de oude zijderoute naar India lag, heeft China altijd geprobeerd zijn invloed daar te vestigen.

Dali is een oude stad aan het Erhai meer aan de rand van een van de uitlopers van de Himalaya. Het gebergte heet Cangshan of "Green Jade Mountain". Dali was meer dan 600 jaar het centrum van het Dali-rijk van de Bai. Maar eigenlijk woonden ze hier al voor onze jaartelling.En nog steeds is Dali de habitat van deze etnische minderheid. Overal in de straten zie je de Bai-vrouwen nog in traditionele rijk geborduurde dracht. In de stad zelf is er van het verleden is niet veel meer over. Ooit stond er iets ten noorden van de stad een enorm boeddhistisch tempelcomplex. Deze is  tijdens de  Qing-dynastrie door brand verwoest. Gelukkig zijn de drie ranke pagodes (San Ta Si) gespaard gebleven. De middelste van de drie is met ongeveer 70 meter de hoogste, telt 16 verdiepingen en is in de 9e eeuw gebouwd door de bouwmeesters uit Xian. De andere twee zijn 200 jaar later gebouwd, ten tijde van het Dali-rijk. Deze pagodes zijn een van de oudste gebouwen in Zuidwest China. Ze bieden een prachtig uitzicht over het Erhai-meer.

In Yunnan wonen net als in het noorden van Laos en ook Thailand veel etnische minderheden. Rondom Dali wonen voornamelijk de Bai.

Bai
In de 7e eeuw vormden de Bai het sterke koninkrijk  Nanzhao in Yunnan. Samen met de Chinezen boden zij het hoofd aan de Tibetanen en hun macht dusdanig dat ze een eeuw later de Tang legers uitdaagden en versloegen. Zo beheersten ze het hele zuidwesten en daarmee ook de handelsroutes van China en Birma.  Nanzhao viel in de 10e eeuw en een nieuw koninkrijk Dali ontstond, maar werd 300 jaar later door de Mongolen onder de voet gelopen.De Bai zijn de originele inwoners van dit gebied, wonen in dorpen op de hoogvlakten van Yunnan en leven hoofdzakelijk van de rijstcultuur. Ze hebben innige culturele banden met de Han.

Sani
In dit gebied woont de Sani minderheid, die tot de Yi wordt gerekend.
De Sani zijn hardwerkend, gastvrij en ongedwongen. De vrouwen van Sani zijn deskundigen in het spinnen, het weven, en het borduren. Zij houden van regenboogkleurige hoofddeksels en helder gekleurde kleding.
De jonge mensen zijn vooral zeer goede zangers en dansers. Elke dag bij zonsondergang, onder het maanlicht, verzamelen de jongens en meisjes zich bij het dorpsplatform. Terwijl de jongens drie-snarige instrumenten bespelen, klappen de meisjes in hun handen en dansen  de traditionele ritmische dans "De A'Xi, de dans in de Maan".
Elk jaar, op 24 juni, vieren de Sani hun nationale festival -- Festival van de Toorts. De oorsprong van dit feest ligt bij één van de rotsen van Shilin. Daarover gaat het volgende verhaal:

De mooie Ashima werd op een dag ontvoerd door een rijke grootgrondbezitter. Haar vriend Ahai nam zijn toevlucht tot magische wapens om haar te bevrijden. Tijdens haar vlucht stierf ze helaas en veranderde de mooie Ashima in een rots.

Die dag, wordt het volledige Stenen Bos doordrongen met een feestatmosfeer. Er zijn traditionele wedstrijden in het worstelen en stierenvechten. Ten slotte, wanneer het nacht wordt, rennen de jonge mannen, met fakkels in hun handen achter de meisjes aan om hun ten huwelijk te vragen bij het licht van gekleurde lantaarns.

Hani
De Hani hebben dezelfde oorsprong als de Yi en komen uit Qiang en dus van Tibetaanse origine. Ze hebben hun eigen taal, die bestaat uit drie dialecten. Zij hebben geen geschreven geschiedenis, maar maakten hun verslagen door inkepingen op stokken te snijden. De Hani leven in houten huizen met platte daken, die warm zijn in de winter en koel in de zomer en tegen de berghellingen aan lijken geplakt. Ze leven voornamelijk van de rijstteelt en af en toe wil men nog wel eens een papavertje oogsten..

Naxi
De Naxi leven voornamelijk in de provincies Sichuan en Yunnan. Ze stammen af van nomaden uit Tibet en hun aantal is nog ongeveer 278.000. Hoewel hun bestuurders altijd mannen zijn leven ze in matriarchale families, dat wil zeggen dat de vrouwen de baas zijn. Als er een koppel trouwt dan blijven de partners in hun ouderlijk huis wonen. De kinderen behoren de moeder toe, die zorgt voor de opvoeding. De vader voorziet in het levensonderhoud.

In hun taal komt deze man-vrouw verhouding ook tot uitdrukking. Als het woord vrouw wordt toegevoegd aan een woord dan wordt dat woordt versterkt. Wordt het woord man toegevoegd dan wordt het woord verzwakt. Bijvoorbeeld: steen+vrouw = grote rots, steen+man = kiezeltje.