China

Pingyao, de stad van de schildpad, een dier dat voor de Chinezen borg staat voor een lang leven en solidariteit. De naam werd echter gegeven door de vorm van de stad. De geschiedenis van Pinyao gaat al meer dan 2700 jaar terug. Gelegen op de route van Beijing naar Xian bereikte de stad  vanaf de eerste jaren van de Ming-dynastie een ongekende welvaart. Veel handelshuizen en de eerste grote bank vestigden zich er. Pinyao groeide uit tot garnizoensplaats langs de rivier de Fen He Jiang, die uitmondt in de Huange He, de Gele rivier.

Later raakte het wat in verval, waardoor er weinig werd gemoderniseerd. Gelukkig maar, want daarom is het oude centrum opmerkelijk goed bewaard gebleven. Mochten de bewoners van 600 jaar geleden er terugkomen, dan zouden ze zonder problemen de weg naar hun huis kunnen terugvinden.
In 1986 werd de stad toegevoegd op de werelderfgoedlijst van de Unesco.

De hele stad is een lust voor het oog. Honderden huizen uit de Ming- en Qingdynastie doen er de 21ste eeuw vergeten. Het is een van de meest indrukwekkende en tegelijk minst door toeristen bezochte bezienswaardigheid van China.

Rondom de stad loopt een vier meter diepe gracht gebouwd ter verdediging van de stad. De opgegraven modder werd gebruikt voor een aarden stadsmuur. Later bouwden de Mingkeizers er stenen muren op. Er was maar 1 brug die toegang gaf tot de stad. De stadswallen gebouwd in de 8e eeuw voor onze jaartelling behoren bij de best bewaard gebleven stadsmuren in China. De stadsmuur is maar liefst 6,5 km lang, heeft 72 wachttorens waarvan de  vier grootste op iedere hoek, is 12 meter hoog en 5 meter dik, heeft rondom zes stadspoorten en zo’n 3000 schietgaten.

Historische straten
De stad is gebouwd in de Taoïstische traditie van het kosmologisch diagram: traditionele symmetrische patronen die een afspiegeling vormen van Hemel en Aarde. In de meer dan honderd klassieke straten staan  prachtige houten huizen, versierd met houtsnijwerk, mooie dubbele deuren en de karakteristieke daken met de omhoogstaande hoeken.

In het centrum domineert de Markttoren de belangrijkste straat, Nan Dajie. Na een klim via de steile trappen kun je genieten van een prachtig uitzicht over de oude daken. De winkeltjes in deze hoofdstraat dateren uit de 17de en 18de eeuw en zijn mooi gerestaureerd. Het is heerlijk snuffelen in de vele antiekwinkels met verrassend mooie dingen - vooralsnog redelijk laag geprijsd. Nog wel, want ook hier groeit de toerisme industrie en wil de overheid dat binnen 5 jaar tweederde van de bevolking verhuist om plaats te maken voor meer hotels, restaurants en winkels. Bezoekers gaan toegang betalen bij de kassa aan de stadspoort, als ware het de Efteling.

Banken en musea
De eerste echt commerciële bank van China, Rishengchang, heeft haar oorsprong eveneens in Pingyao. Op ingenieuze wijze maakte de bank zo goed gebruik van wisselbrieven, spaartegoeden en leningen, dat ze binnen een paar jaar reeds vestigingen kon openen in de provincies Shandong, Henan, Jiangsu en Liaoning. Korte tijd later deed de bank zelfs zaken in Japan, Rusland en Singapore. Het oude bankgebouw is tegenwoordig een museum.

Het Tianchengkui Farming Museum is ook een bezoekje waard, je krijgt er een goed idee van de landbouw technieken van uit de tijd van de Han-dynastie. Je zult verbaasd zijn te ontdekken dat er toen al kunstmatige inseminatie bestond. Liefhebbers kunnen er leren spinnen en ploegen.
Het Tongxinggong Armed Escort Compagny Museum laat de geschiedenis van de gewapende escorten zien, die tijdens de Ming dynastie al bestonden om  handelaars, geld en goederen te beschermen

Tempels
Er zijn heel wat tempels te bekijken in Pingyao. Midden in de stad staat de tempel  van de stadsgod. Deze dateert uit de Noordelijke Song dynastie (960-1127) en laat zien hoe beginselen van het confucianisme, daoisme en tradities uit de Han dynastie met elkaar worden verweven. In de tempel werden ook toneel en opera’s opgevoerd, die gesponsord werden door de lokale handelaars.De muren van de gebedshal zijn 8,5bij 4,5 meter groot en vertonen een wandschildering van de stadsgod die op inspectie gaat.

In het dichtbij gelegen dorpje Jinzhuang ligt de oudste aan Confucius gewijde tempel. Hier vind je dan ook de oudst bewaarde kleifiguurtjes van deze filosoof en zijn leerlingen.  De tempel is recentelijk geheel gerenoveerd.

Zes kilometer buiten de stad bevindt zich de Shuanglin tempel, een boedhistische tempel met een lange geschiedenis. De tempel herbergt meer dan 2000 best bewaarde kleurige beelden uit de Ming en Qing dynastie.

De Zenguo tempel tenslotte, ligt 15 km buiten de stad en dateert uit 963. De Wanfo Hal, de centrale hal van de tempel is het enige houten gebouw wat nog is overgebleven uit de oude tijd.. Binnen vindt men grote beelden van onder andere  Boedha en Bodhisattvas.

Qiao Mansion
Van Pingyao richting Taiyuan is het 50 km naar de beroemde Qiao Mansion. Het is een groot wooncomplex waarin een uitgebreide familie van de lokale 'gentry' (de elite, zowel landeigenaren als kooplieden) woonde. Verschillende hofjes, oude gebouwen en altaartjes geven telkens een nieuwe indruk. In dit complex is de beroemde film Raise the Red Lantern van Zhang Yimou opgenomen. Dat was mede de aanleiding voor de herontdekking van Pingyao.