India

Klimaat

Het klimaat in India wordt vooral bepaald door de droge NO moesson en de natte ZW moesson, die je beide weer kunt opdelen in 2 seizoenen. De NO-moesson is een heet en koud jaargetijde waarvan het in januari en februari, droog, fris en zonnig is en het heetste deel van maart tot juli.De temperaturen zijn dan rond de 35 graden in het binnenland, met uitschieters naar 50 graden.
De ZW-moesson in een regentijd en een seizoen van terugtrekkende moesson.
In het zuiden is het wat koeler door de winden die ook de regens brengen.De hoogste temperaturen vallen dan vlak voor de regentijd begint.Deze beginnen aan de westkust en trekken geleidelijk landinwaarts, vanaf het begin van juni. Vooral in het westen is de overgang van de seizoenen erg lotseling.De wind trekt aan en gedurende een week is er overvloedige regenval, soms tot 1000 mm, daarna komen er opklaringen voor.
De hoogste neerslag ooit was 23 meter in 1861 in Cherrapunji in het noordoosten.Dit is dan ook een van de natste streken ter wereld.
De moesson trekt zich terug van half september tot eind oktober.
In de Himalaya-deelstaten valt sneeuw en in Ladakh, dat door sneeuwval bijna volledig van de rest van de wereld is afgesloten, komen temperaturen voor van -50 graden.