DEEL 5: TERUG!
Na de zeer onverwachte overwinningsroes volgt het overwinningsdipje. Anderhalve dag na onze grote finale staan we al terug op winterse Belgische bodem. Onze gsm rinkelt non-stop en opgesloten in een kil en veel te groot huis hunkeren we naar het warme India. We missen alles. Onze lotgenoten, het eenvoudig bestaan en bovenal het georchestreerde nietsdoen. De hele reis lang zijn we nooit langer dan tien minuten alleen geweest. Het gevolg laat zich raden: de verlatingsangst is zeer groot. Ik blijf nog tien dagen bij Karla logeren, zit nacht na nacht rechtop in bed te brullen (‘Karla, zijn we er al?’) en eet alles wat mijn pad kruist. (Post-it Karla: Na een aantal slapeloze nachten antwoord ik: ‘Ja, ja, we zijn er al.’)
Vooraf hadden we afgesproken elke aflevering op tv samen te bekijken. De eerste keren zijn we uren later nog in shock (‘mijn piepstem’, ‘de onzin!’, ‘mijn haar’), daarna wennen we gestaag, maar tot de laatste aflevering verberg ik de helft van de tijd mijn gezicht in mijn handen. Ondertussen worden we geconfronteerd met de eerste rariteiten. De vragenlijst die we gedachteloos invulden, duikt op op het internet, plots figureren we in spotjes van de Deutsche Bank en een journalist vraagt of ik geen last had van mijn maandstonden. Pardon?
MEDIAHYPE
Naarmate de weken vorderen en we etappe na etappe overleven, neemt de aandacht toe. En die is niet altijd positief. Op forums wordt uitgebreid op ons decolleté en het eventuele misbruik ervan? Als we het in de eerste etappe over opgeven hebben, lijkt het of we heiligschennis plegen. We worden ook steeds meer herkend. Ik moet tijdens een familie-etentjeop de doto met een communicantje, krijg als ik op en Ardens dorpsplein de vieze wc’s keur, te horen: ‘Allez Sophie, je bent dat toch gewoon?’ Bij Karla gaat het er nog iets heviger aan toe. Zij krijgt poëtische liefdesbrieven, compleet met zelf ingezongen cd, toegestuurd en ontvangt sms’jes van onbekenden. Als duidelijk wordt dat we de finale spelen (en winnen), neemt ook de media-aandacht toe en algauw geven we hen ene na het andere interview en poseren we alsof we nooit iets anders deden.
Nu en dan wordt er gesuggereerd dat wij het toch makkelijk hadden, want constant plezier maakten.
Telkens weer ergeren we ons rot en proberen we uit te leggen dat wij het net zo hard hadden als de anderen. Onze honger was net zo groot, de grond net zo hard en de hitte net zo onderdraaglijk. Maar toch hebben we genoten! Want geef toe: wie wil er nu eens geen zeven weken uit het echte leven ontsnappen en aan de andere kant van de aardbol de meest fantastische avonturen beleven?
That's all Folks ...
Kao Ya